Over eten en voeding bestaat veel onduidelijkheid. Zo zijn er bijvoorbeeld heel veel diëten, goed verkocht door allerlei experts en instituten. Laat ik dan ook beginnen met dit: het perfecte dieet bestaat niet. Maar er bestaat wel zoiets als een ideaal voedingspatroon wat specifiek voor jou werkt. Aangezien dat voor iedereen een persoonlijke lijst zou worden, kan ik daar nu niet specifiek op ingaan. Daarom volgen hierna algemene handreikingen waar een grote meerderheid iets aan heeft.
Ik krijg tijdens een consult, als de voedselintoleranties gemeten en opgeschreven zijn, vaak de vraag: Maar wat moet ik dan eten? Want ook al is de lijst altijd korter dan het aanbod in de winkel, meestal zijn het precies die zaken die je graag eet waar je intolerant voor bent. Een intolerantie kan ook alleen maar ontstaan bij voedsel dat je te veel of te vaak hebt gegeten en waarvan het lichaam zegt: het wordt me nu te veel. Voorbeelden zijn oxaalzuren uit cacao en spinazie, nachtschaden uit tomaat, aubergine, aardappel en courgette, kaas en melk, frisdrank, alcoholische dranken en bepaald fruit, noten en tarwe. Het is wat anders dan een allergie, het verschil is dat bij een allergie je immuunsysteem bepaalde soorten voedsel als gevaarlijk bestempelt en daar een overreactie op geeft. Iemand met coeliakie (glutenallergie) die tarwe eet, voelt zich direct moe worden of, erger, gaat aan de diarree. Heb je dat drie keer in de week, dan laat je het wel uit je hoofd.
Bij voedselintoleranties zijn de klachten vager of worden nauwelijks opgemerkt. Je gaat dan pas het verschil merken als je ermee stopt. Een ander verschil met een allergie is dat een voedselintolerantie van tijdelijke aard is. Je zou – alhoewel dat niet is aan te raden – na twee maanden weer kunnen starten met hetgeen waar je intolerant voor was.
Vuistregels voor voeding
Om te beginnen: eet fruit altijd op een nuchtere maag. Dat wil zeggen ‘s ochtends als eerste en/of zo’n 3 uur na de lunch. Fruit kun je namelijk beter niet te mengen met iets anders, omdat fruit erg snel verteert. Als er dan een flinke struik bleekselderij of een kipfiletje tegelijkertijd in de 12-vingerige darm arriveert, dan vindt er vertraging plaats en dat zorgt voor gisting en rotting van het fruit.
Ligt het eten regelmatig te zwaar op je maag, verander dan de samenstelling en de wijze van eten. Veel mensen bewaren dat lekkere stukje vlees voor het laatst, maar als je begint met het eten van proteïnen en dan groenten en eventueel nog later koolhydraten erachteraan, dan zal je merken dat je eerder een vol gevoel ervaart. Als je start met koolhydraten, dan is de kans groot dat je onverzadigbaar bent en eet je te veel. Dat geeft vervolgens dat zware gevoel en een langzamere vertering.
Een voorstander van strenge diëten ben ik nooit geweest, maar er zijn wel een aantal aanvullende richtlijnen te benoemen.
De eerste luidt: hoe erger of chronischer de ziekte of klacht, des te beter zal een strikte eetwijze je helpen er snel weer bovenop te komen. In het geval van Alzheimer, kanker, Parkinson en reuma is gezond eten een voorwaarde om gezonder te worden.
De tweede is de 80-20-regel: als je 80% puur, onbewerkt en biologisch eet met veel variatie en 20% bewerkte voeding, dan ben je goed bezig. Of dat ook voldoende is om volledig van je klachten af te komen, kan ik niet beloven.
De derde: Stel je hebt maar één gewoonte die minder goed is, zoals bijvoorbeeld elke dag een hand vol dropjes of 6 keer per week gevulde koeken, 10 bakjes koffie of 3 glazen wijn per dag. Dan kan dat toch voldoende zijn om je klachten in stand te houden en is het juist belangrijk om deze gewoonte aan te pakken in plaats van nog gezonder te gaan eten. ‘Compenseren’ door extra groenten te eten is wel goed, maar in het totaal niet zo effectief.
Een gezonde en bewuste eetwijze is op de lange termijn veel beter vol te houden dan een streng dieet van een week of 6 tot 8 weken. De belangrijkste component van die eetwijze heet VARIATIE. Bij het avondeten lukt dat nog wel, maar bij tussendoortjes, lunch en ontbijt? Ik vermoed dat bij iedereen die dit leest dat niet heel hoog op de prioriteitenlijst staat.
Wanneer eet je wat?
De beste tijd om een warme maaltijd te nuttigen is rond 13.00 ’s middags. Dit komt omdat de optimale tijd van de dunne darm zo rond die tijd is. De 24 uur van een dag zijn grofweg als volgt in te delen:
00.00 tot 06.00 uur: verwerken en ontgiften
06.00 tot 12.00 uur: uitscheiden, dat wil zeggen, tijdens deze uren zou je naar de WC moeten om jezelf te ontlasten
12.00 tot 18.00 uur: eten
18.00 tot 24.00 uur: verteren
Dit maakt al duidelijk dat, als je binnen een ‘raamwerk’ van 6 uur iets in je mond stopt en de rest van de tijd niet, je lichaam zichzelf optimaal kan bedienen met het aangeboden voedsel. Je darmen hebben bijvoorbeeld minimaal 12 uur rust nodig omdat pas na een uur of 8 de darm begint met het zichzelf herstellen. Vertering is namelijk verbranding (bij 37 graden Celcius) en dat geeft altijd schade. Vanuit dit oogpunt bezien is het niet echt gezond om de hele dag door kleine beetjes te eten.
Dat geldt in iets mindere mate voor het drinken van water. Na je 40ste is 2 liter water drinken per dag – in dit klimaat – eerder te veel dan te weinig, los van het feit dat je ook nog water binnenkrijgt via groenten en fruit. Drink daarom water (of kruidenthee gemaakt van één soort kruid) naar behoefte. Bulkdrinken heeft vooral zin in een warm klimaat zoals dat van Spanje en Noord-Afrika. In onze klimaatzone is drinken naar behoefte of elke uur een kopje meer dan genoeg.
Kauwen en verteren
Goed eten betekent goed kauwen. Het is aan te bevelen om minstens 20 tot 25 keer te kauwen op elke hap om de vertering te bevorderen. Bedenk daarbij: groente- en fruitsappen zijn vloeibaar voedsel en moeten daarom ook worden ingespeekseld. Elke slok sap houd je 10 tot 20 seconden in de mond, alvorens deze door te slikken.
Kauwen en inspeekselen is een belangrijke eerste stap in de vertering. Speeksel hoort daarom licht zuur te zijn en een pH te hebben van rond de 6,4. Is dat niet het geval, dan heb je veel sneller en ook veel meer last van tandsteen. Het kauwen heeft naast het fijnmalen van voedsel nog een belangrijke functie, want tijdens dit proces worden er enzymen afgescheiden door het mondslijmvlies. Tegelijkertijd krijgt de maag een seintje: wakker worden, want er komt iets aan. De maag reageert met het vrijgeven van extra maagsap met een pH van 1-2.
Je kunt je voorstellen dat als je te snel, hap-slik-weg, eet, de maag achter de feiten aanloopt. Maar als de maag niet snel in actie komt, is de pancreas (alvleesklier) ook te laat. De pancreas geeft insuline af aan het bloed en scheidt natriumbicarbonaat en een heleboel enzymen uit in de 12 vingerigedarm (duodenum). Gebeurt dat onvoldoende, dan zal de galblaas ook niet veel gal afgeven en dan is het ‘drama’ compleet. In plaats van vertering vindt er gisting en rotting plaats. Voor een keertje is dat niet erg, maar in combinatie met een teveel aan pesticiden en zware metalen aan de ene kant en suikers, e-nummers en ander onnatuurlijk voedsel aan de andere kant, gaat dit rottingsproces een stuk sneller. Aan het einde van de rit ontstaan de klachten zoals winderigheid, obstipatie, diarree of erger, zoals parasieten, pathogene overgroei (van slechte bacteriën), prikkelbare darmsyndroom, SOLK, colitis en Crohn.
Hoe te bereiden
De volgende bereidingswijzen voor groenten zijn het beste: kort gestoomd, gewokt, gekookt of geblancheerd. Vis en vlees kan in alle gevallen beter worden gestoomd, lang gekookt (na kort aanbraden) of in de oven worden bereid. Barbecue en bakken op hoog vuur is een NO GO. Alle vlees en eigenlijk alle gerechten die hard gebakken zijn en een donkerbruin randje hebben, zijn mogelijk kankerverwekkend. Dit heeft te maken met de AGE’s: Advanced Glycemic Endproducts. Door de sterke verhitting ontstaan ‘versuikerde’ verbindingen in de voeding, waarbij vetten en eiwitten zich binden aan suikers. Dit leidt populair gezegd tot de ‘versuikering’ van het lichaam en is te herkennen aan bruine vlekken en vlekjes op de huid. Dezelfde ‘versuikering’ vindt ook minder zichtbaar plaats aan de binnenkant het lichaam en kan op de lange duur serieuze klachten geven. Vitamine B1 kan dit probleem tegengaan, maar dan is het beter om altijd al voldoende B1 binnen te krijgen, in plaats van op later leeftijd hoog te moeten suppleren.
Ik hoop je hiermee een stuk op weg geholpen te hebben en mocht je vragen of opmerkingen hebben, dan lees ik die graag op de mail.